Lockdown Logs

Lockdown log 8. 10 november

Na een mooie zomer hebben we nu de tweede golf van de corona met vernieuwde maatregelen. Twee man maximaal op bezoek, alle horeca dicht, vanuit huis werken etc.

Het flatgebouw wordt verduurzaamd en dat duurt veel langer dan was voorgespiegeld. Daarom hebben we nu de mooie zomer verspild en zijn in het overigens ongekend mooie najaar nog steeds bezig. En nu zijn ze begonnen in mijn apartement.

Ik zit voor en achter ingepakt achter “curtain wall” stofschermen van boven naar beneden, verwarmingen worden afgekoppeld, er wordt gezaagd en gedaan in de gang en het belangrijkste: alle sponningen worden ingezaagd want we krijgen overal nieuw – thermisch – glas. Het zagen en schuren leidt tot een geweldige hoeveelheid lawaai. Voor de vriendjes is het helemaal vervelend, want voor mijn gemoedsrust houd ik ze – van ’s ochtends 8 tot smiddags 4 als de werklui aan het werk zijn in een bench.

Daar zijn ze overigens snel aan gewend. Ze vinden het veilig en kruipen er ’s ochtends na het ontbijt nota bene zelf in!

Het is allemaal niet zo leuk maar ik hoop dat het klaar is als het rotweer wordt….

Lockdown log 7

56-64-80
drie gebroeders vereend

67e dag van de Lockdown. 19 mei.

Er zaten een paar dagen tussen de vorige en deze. Zaterdag was behoorlijk emotioneel. ’s ochtends via een videolink de uitvaart van een vriend bijgewoond. Het was mooi, droevig en waardig. Ik ga daar niets meer over zeggen.

’s Middags kwamen mijn broers en mijn schoonzus. We zien elkaar niet zo heel veel, maar de verjaardag van Mama is traditioneel het moment dat we bijelkaar komen. En natuurlijk lekker eten. Omdat mijn jongste broer (56) veganist is, heb ik nij toko Indah maar eens een vegetarische rijsttafel samengesteld. Het enige wat niet veganistisch was, was de krupuk……

al toe aan het toetje en de brekat staat klaar.

Het is raar. Samen zijn we twee eeuwen oud. Tussen de geboortedatum van de oudste en de jongste zit 24 jaar. Mama was 22 toen de oudste werd geboren. We hebben alle drie dezelfde moeder. Mama was in verwachting van de jongste toen mijn schoonzus, de echtgenote van de oudste, in verwachting was van haar oudste dochter. Die was twee weken oud toen de jongste broer, haar oom, werd geboren…

We vierden ook een beetje de verjaardag van de oudste, die op 2 mei 80 werd. De oudere generatie is er niet meer. Wel nog de oudsten van deze generatie. Zij zijn nog in Nederlands Indië geboren. Ik ben geboren in Indonesië. De jongste is geboren in Arnhem. We houden de verhalen levend, voor onze neven en nichten, de volgende generatie, waarvan een belangrijk deel in de USA woont en waar we via facebook contact mee hebben. En we verzuchten, hadden mama en haar zussen in Amerika facebook maar gekend. Dan zouden ze dagelijks contact hebben onderhouden. Ze deden het in hun tijd via dichtbeschreven dunne velletjes luchtpost…….. mama heeft al die brieven vernietigd. Ze vond dat wij er niets over hoefden te weten. Begrijpelijk, maar jammer.

Ik heb een paar jaar geleden de neven en nichten die in Den Haag wonen geprobeerd bijelkaar te krijgen voor een nieuwjaarskumpulan bij mij thuis. Dat was toen heel erg gezellig. Maar sinds het overlijden van Mama is de hub van de familie er niet meer. Dus zet ik dit maar op mijn website, dan kunnen ze het lezen. Tot ik zelf overlijd, natuurlijk.

Lockdown log 6

Bloemetjes, gekregen van de collega’s

63e dag van de Lockdown. Vrijdag 15 mei.

Een emotionele week. Zondagavond nog aan het mijmeren over moederdag, krijg ik een telefoontje. Een heel goede vriend is op 59jarige leeftijd plotseling overleden. Niet corona-gerelateerd, overigens. Zo iemand die al 30 jaar verweven is met alles wat je doet. Ik heb hem een afscheidsbrief geschreven en ik mocht met enkele vrienden ook afscheid komen nemen. Uitvaart is morgen en die kan via een videolink gevolgd.

Mama’s verjaardag was donderdag, 14 mei. Bloemetje wezen leggen op het graf. Broer en schoonzus deden dat later op de dag ook.

en dan kom je thuis en wordt er namens de collega’s een bloemetje voor mezelf bezorgd, vanwege de corona enzo.

Debat in de TK waar je de minister door het ijs ziet zakken en ternauwernood een motie van wantrouwen overleven. Ook slecht ondersteund. Laat een motie over een onderzoek door de OVV aan oordeel Kamer terwijl de wet zelf zo’n onderzoek uitsluit…. effe niet goed opgelet.

Vandaag veel boodschappen gedaan. Want morgenochtend de uitvaart, maar morgenmiddag mijn broers en schoonzus te eten! Wordt nog wat om de katten daar weg te houden. Die hebben inmiddels mijn nieuwe bank ingepikt.

zo zoet……

Ik laat het er maar bij voor vandaag.

=.

Lockdown log 5

mama

58e dag van de COVID-19 Lockdown. 10 mei, Moederdag.

Dag Mama,

Het is alweer een tijdje geleden dat ik je heb gezien. Moederdag was vroeger altijd een beetje lastig, omdat je op 14 mei jarig bent. Dat viel eens in de zoveel tijd precies op of net voor of na Moederdag. En dat werd dus gezamenlijk gevierd.

Dat waren altijd heel leuke dagen. Heel veel bloemen, heel veel familie en heel veel eten. De familie uit Den Haag kwam in groten getale langs, eerst in Oosterbeek, later in Assen en in Vught. Ooms, tantes, neefjes, nichten en andere aanverwanten. Dagen met lekker eten, in de tuin zitten in de zon of, toen de ooms nog leefden, kaarten aan de eettafel. Met Pa die valsspeelde. “Jos, jij speelt vals!” ” Ja, natuurlijk, anders kan ik toch niet winnen?” En een enkele keer het serieuze bridgen met Oom Jan, van wie ik veel geleerd heb.

In Oosterbeek, Toen ik nog klein was en voor zover ik toen wist enig kind, begon moederdag, als iedere zondag, in de kerk. En daarna moest ik mijn kunstjes doen. Want de kinderen moesten altijd met propjes gekleurd papier tekeningen van bloemen versieren etc. en omdat ik toen al goed uit mijn hoofd kon leren moest ik een versje leren (twee, een voor moederdag en een voor mama’s jaardag), om uit het hoofd op te zeggen terwijl Pa controleerde of het goed ging. Pa legde ook alles vast op foto’s. Ben ik hem dankbaar voor, want die jeugdfoto’s zijn mooie getuigenissen. Maar ’s middags kwam de familie en dan was het feest!

De traditie van bezoek aan Mama rond de 14e mei bleef ook in later jaren overeind, toen de ooms en tantes er niet meer waren. Ik herinner me nog de keer dat ik op de motor naar je verjaardag was gekomen en zoveel had gegeten dat ik op de terugweg mijn motorbroek niet meer dichtkreeg en wat lastig thuiskwam.

Om de traditie te handhaven gaan Jan en Astrid, Kurt en ik volgende week zondag hier bij mij voor jouw verjaardag een minikumpulan houden. We proberen Joke er op afstand bij te betrekken. Best complex, ons “eigenlijk-niet” gezin, met Papa’s dochter(s), jouw zoon en jullie beider kinderen. Jij was altijd de hub van het familieverband van de Van Lingen’s en de generatie hierna pakt het weer op, maar daar heb ik niet zo heel veel contact mee. Zo af en toe. Ik heb nog een keer een leuke nieuwjaarskumpulan georganiseerd hier bij mij.

In 2009 had ik mijn verkeersongeluk in Birmingham en omdat mijn knie in de kreukels lag ben ik toen minder dan anders die zomer bij je geweest. En zag niet dat je gezondheid achteruit ging zodat je overlijden op 91 jarige leeftijd, op 13 december 2009 aan een plotselinge hartstilstand, als een volstrekte verrassing kwam.

Je hebt je daarna nog best intensief met ons leven bemoeid. Je kwam met enige regelmaat langs, in dromen of in tekens. Het meest bijzondere vind ik nog altijd hoe je me via een moslimvriend een Christoffelmedaille (waarvan hij niet wist wat het was) deed toekomen om mij over te halen om deel te nemen aan de motorbedevaart naar Lourdes. Lourdes, waar je zelf talloze malen bent geweest en waar je je ook 25 jaar voor hebt ingezet. Sinds mijn relatie met The Guy Above de laatste jaren is verstoord geraakt zie ik jou ook niet meer. Ligt ongetwijfeld aan mij, maar jammer vind ik het wel.

Nou, Ma, nog een fijne moederdag, knuffel van mij een kopje van Tiba. En een prutteltje van Biru, maar die heb je nooit gekend, die is er pas een paar jaar. Groeten aan de familie!

=.

Lockdown log 4

75 jaar vrijheid

5 mei 2020 75 jaar vrijheid

75 jaar vrijheid.
Op 5 mei 1945 eindigt de strijd tegen de Mof – maar niet de oorlog.
Op 15 augustus 1945 eindigt de strijd tegen de Jap – maar niet de oorlog.
Op 27 december 1949 eindigt de strijd tegen de Republik – maar niet de oorlog.
Zoals de koning zegt:
“Oorlog werkt generaties lang door. Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons.”

53e dag van de COVID-19 Lockdown. Vijf mei, bevrijdingsdag.
Zelden heeft een toespraak zoveel effect op me gehad als die van de koning gisteravond. Ik wilde vandaag een confronterende, opstandige blog schrijven met de verongelijktheid van de indo. Maar nadat ik Menachem heb horen zingen en Willem Alexander heb horen spreken is er bij mij van binnen iets verder gegaan. Je zou het een soort van bevrijding kunnen noemen.

Op 5 mei 1945 eindigt de strijd tegen Duitsland. Maar niet de oorlog. Op 5 mei 1945 zit mijn vader in een krijgsgevangenkamp te Bandoeng; speelt mijn oom Jim banjo in het combo van Wim Kan aan de Birmaspoorweg; ligt mijn oom Guus ziek bij het werk aan de Pakan Baru; wordt mijn oom Jan te Fukuoka door de Nip halfdood geslagen wegens het verspreiden van informatie nadat hij door een medegevangene is verraden. Ze zouden, is nu gebleken, in september allemaal door de Jap zijn vermoord – maar de bommen vielen op Hiroshima en Nagasaki. Oom Jan heeft te Fukuoka de bom op Nagasaki nog zien vallen.
Het is een wonder dat ze allemaal de oorlog hebben overleefd.

Op 15 augustus 1945 eindigt de strijd tegen Japan. Maar niet de oorlog. De vulkaan van wreedheid die Bersiap heet is uitgebarsten. Duizenden Nederlanders en Indische Nederlanders worden na 17 augustus, na de Proklamasi, door de rampokkende bendes getjingtjangd, in stukjes gehakt, of op andere onbeschrijfelijke manieren met bamboe roentjings, bamboesperen, afgemaakt. Mijn broer, dan 5 jaar en onder bescherming van zijn speelkameraden, ziet hoe het water van de kali rood is door de langsdrijvende lijken. KNIL militairen, rechtstreeks van de Birmaspoorweg, worden geformeerd tot het Gadjah Merah bataljon. Zij vinden op java hun vrouwen en kinderen niet meer terug. Mijn vader wordt op 15 september uit krijgsgevangenschap bevrijd en moet in Zuid-Borneo het bestuur over de Dajaks herstellen. Mijn jongste oom, vlieger bij het KNIL, keert uit Australië terug; hij zit avond aan avond op de voorgalerij met een pakje sigaretten en zijn brengun. Dat huis is veilig.
Duizenden Nederlandse dienstplichtigen van de landmacht uit Nederland strijden jarenlang met het KNIL, de ambonnezen voorop, tegen de TNI en de guerillas. Daar wordt al genoeg over gezegd.

Op 27 december 1949 eindigt de strijd tegen de Republik Indonesia. Maar niet de oorlog. De Nederlandse regering pleegt verraad aan haar trouwste onderdanen. De dappersten, de Ambonnezen, moeten op dienstbevel scheep gaan. Ongewapend. Een compagnie voor wie het vervoer niet kwam, wordt uitgemoord. Op sommige schepen mogen maar een beperkt aantal, of zelfs helemaal geen kinderen mee. Het was maar voor een paar maanden? Ze hebben ze niet meer teruggezien. Het wachtgeld bij het opheffen van het KNIL – nooit uitbetaald. En natuurlijk de backpay. Nederland draagt de verplichtingen van Nederlands Indië aan de Republik Indonesia. Dus de soldij over de jaren jappenkamp wordt nooit uitbetaald. De commissie-Werner (waarom moet die klootzak nou net die naam hebben) adviseert in 1951 om alleen de totoks toe te laten en de indo’s te weren.

Enfin. In 1954 trouwen mijn ouders en in 1955 word ik geboren. Op zwarte sinterklaas, 5 december 1957, verbant Sukarno alle Nederlanders uit Indonesië. Mijn vader, als uitgeleend ambtenaar werkend op het Ministerie van Economische Zaken van Indonesië, krijgt te horen: geldt niet voor u, meneer Schwab, u mag blijven. Daar had hij wel oren naar. Hij had in Leiden gestudeerd en was in Indië iemand waar men respect voor had. Maar mijn moeder, die onder de vlaggen zwaaiende en leuzen roepende pemudas de zoons van hun huispersoneel herkende had meer realiteitszin. Zoals bleek toen Pa in 1977 naar Indonesië terugkeerde voor de viering van het 100-jarig bestaan van zijn HBS te semarang. Al zijn vrienden en studiegenoten waren in de zestiger jaren vermoord of opgesloten.

In januari 1837 kwam mijn betovergrootvader Joseph Schwab (182-1853, kap KNIL, RMWO4) met het snelzeilend fregatschip ‘Princesse Marianne’ aan in Batavia. In september 1958 verlieten we Djakarta met het m.s. Oranje. 121 jaar in dienst van Nederland.

Ik ben pas in 1993 voor het eerst terug gekeerd naar mijn geboorteland. En ik heb ontdekt dat waar ik me in Nederland oosters voel, ik in Indonesië een westerling ben. Ik ben indo en ambtenaar bij Defensie. Tientallen malen heb ik brieven van Ambonnezen beantwoord en hen met het kluitje in het riet gestuurd; u moet bij BZK zijn, niet bij Defensie; en BZK: u moet bij Indonesië zijn. Nog steeds spelen die kwesties. Boos was ik, om “Het Gebaar” en de “uitkering Van Rijn”. Net als John Bruininga was ik woedend om de excuses van de koning aan Indonesië. Maar de toespraak van Zijne Majesteit Koning Willem Alexander (hoofdletters uitspreken) bracht het besef: de oorlog is niet voorbij. De oorlog is er nog steeds, in mij.

Sinds 75 jaar heb ik, hebben wij, de vrijheid om onze mening uit te spreken en onze gedachten te vormen. Zoals ik altijd aan het begin van mijn colleges zeg: “Je moet niet geloven wat ik zeg; je moet zelfs niet geloven dat ik geloof wat ik zeg: je moet zelfstandig zoeken naar waarheid!” En de vrijheid om dat te doen en te respecteren, dat míjn waarheid de uwe niet behoeft te zijn, dát is het goed waarvoor onze militairen desnoods hun leven geven. Dat is 75 jaar vrijheid.

=.

Volgende blog komt pas op 10 mei, moederdag.

Lockdown log 3

herdenking in de Tweede Kamer

4 mei 2020 Ik ben van na de oorlog en dat moet zo blijven

52e dag van de COVID-19 Lockdown. De 4e mei, de dag van de dodenherdenking die dit jaar op een bizar andere manier zal plaatsvinden. Dat is jammer, want vanwege de coronamaatregelen ontbreekt vandaag aan de herdenking een beetje het aspect van de gezamenlijkheid. En die gezamenlijkheid is wel van belang om de herdenking levend te houden.

De vraag die dan gesteld wordt, is wie herdenkt u dan? Ikzelf herdenk alle militairen die het leven hebben gelaten bij het vervullen van hun plicht in de Tweede Wereldoorlog en daarna. Dat is mijn keuze. Ik ben van na de oorlog en dat moet zo blijven. En ik gedenk allen die daar “lijf ende goet altesamen” voor hebben ingezet.

Ik denk aan de taaie mariniers die de bruggen in Rotterdam hielden, en aan Cornwerderzand en de Grebbeberg. Ik denk aan de slag om Ypenburg. Aan het feit dat de vijand zoveel vliegtuigen verloor boven Nederland dat een spoedige aanval op Engeland er niet meer inzat.
Maar ook denk ik aan hen die in Pearl harbour met hun schepen tenonder zijn gegaan. Aan de vesting Singapore waar de kanonnen de verkeerde kant op wezen. Aan SBN Karel Doorman “Alle schepen mij volgen” en zijn dappere scheepsbemanningen. Ik lees het krijgsverslag van mijn vader , gelukkig de oorlog heelhuids overleefd, bij de gevechten te Palembang.
En ook denk ik aan de Javanen, Menadonezen en Ambonnezen, soldaten van het KNIL, die hun trouw aan het rood-wit-blauw met de dood hebben moeten bekopen. Aan de hoofden van die kleine dessa, die weigerden om het portret van Wilhelmina te vervangen door dat van de Tenno Haika, met een glimlach maar met de hand aan de kris. En van wie nooit meer iets is vernomen. Aan de velen die zijn omgekomen in Birma, zijn gesneuveld in de strijd eiland-na-eiland richting Japan……

En ik denk aan de militairen die op missie in de moderne tijden het leven hebben gelaten, in dienst van het bevorderen van de internationale orde en vrijheid. Die me eraan herinneren, dat herdenken niet iets is voor het verleden, maar vooral het voorhouden van lessen voor het heden en de toekomst. Opdat wij niet vergeten en niet opnieuw dezelfde fouten maken.

Maar ook, dat de militairen van nu ervan doordrongen zijn dat dit het ultieme is wat er van hen verwacht wordt.

Daarom ben ik blij met het initiatief van het Veteraneninstituut voor een digitaal erecouloir. En ik ben blij om daarin mijn vriend Onno te zien, die ik nu al sinds 1974 ken, toen hij als luitenant der huzaren een demonstratie gaf van wat een centuriontank allemaal kan.

Twee minuten stilte per jaar. Straks op een lege Dam. En bij de klok op de Waalsdorpervlakte zonder herdenkenden. Erbij stil staan.

Zoals vorig jaar, in het centrum van Den Haag in bus 22, waar de chauffeur stilstond bij de halte tot onbegrip van buitenlandse toeristen en het geluid van de herdenking op de dam liet horen door de luidspreker. Waar ikzelf en een zestiental jonge en oude mannen, spontaan opstonden en de houding aannamen in het gangpad, vanaf het moment van het signaal taptoe tot en met het spelen van het Wilhelmus en daarna elkaar even aankeken en weer gingen zitten; en de chauffeur startte de bus en reed weg.

Zoals we in Oosterbeek op de lagere school voor het eerst hoorden over de Tweede Wereldoorlog door het lezen van het boekje “Waarom de tram stilstond”. En ik zie mij en mijn klasgenootjes weer telkenjare gezamenlijk op de Airborne begraafplaats, met een bosje bloemen, om neer te leggen bij het graf van een soldaat. En dan las je, dat ie maar 22 jaar oud was. En dan keek je ’s middags toch anders naar de kogelgaten in het beeld van Christus voor de parochiekerk.

Herdenken. Her-denken. Blijven denken. Want ik ben van na de oorlog. En dat moet zo blijven.

En om dan toch met een vrolijke noot af te sluiten, een kleine anecdote. Een jonge collega en ik waren een keer in dispuut over morele dilemma’s en beslissingen en op een gegeven moment zei ze wanhopig: ” Ja, Werner, dat kan wel zo zijn, maar wij zijn van ná de Val van de Muur en we kijken er anders tegenaan!” Ik richtte me met mijn hele 1 meter 76 met na-oorloogse schoolmelk gevoede lengte op en keek haar 1 meter 83 van beneden uit de hoogte aan. “Dus jij denkt kennelijk dat ik van vóór de Val van de Muur ben?” Beteuterd: “Ja, is dat dan niet zo?” “Nee. Ik ben van voor de BOUW van de muur, en mijn historisch perspectief gaat een stuk verder!”.

=.

Lockdown log 2

Senang is a way of life

3 mei 2020 Senang is a way of Life.

51e dag van de Covid-19 Lockdown. “Senang is not a state of mind, but a way of Life”. Dat is al een hele tijd de ‘sign-off’ onder mijn e-mails en de titel van deze website is ook “Senang is a way of Life”.

Wat bedoel ik daar nu mee? Senang, het gevoel tevreden, vredig, kalm en rustig en in harmonie met de wereld om je heen te zijn. Je op je gemak voelen, onbedreigd. Het gevoel van Faust; “Sollt’ ich zum Augenblicke sagen: verweile doch, du bist so schön…”. Het gevoel wat bij je opkomt als je bij mij op de 12e verdieping uit het woonkamerraam kijkt en je ziet het weidse uitzicht, of aan de achterkant op het balkon uitkijkt over Delft en Rotterdam, helemaal tot aan de Brienenoordbrug. Of als je ’s avonds in de huiskamer zit met alle lichten uit en je ziet Den Haag als een soort Manhattan van lichtjes. Het gevoel dat je hebt als je gaat slapen en de kleine Biru rolt murmelend tegen je aan en als je ‘sochtends wakker wordt kijkt ie je aan met een slaperig koppetje. “Ik stel me soms de hemel voor als een groot bed waarin ik lig te slapen” schrijf ik in het gedicht de hemel . Het gevoel als je eens lekker indisch gegeten hebt van de maaltijd die nicht Jane heeft bereid, of met vrienden bij Ron Gastrobar Indonesia de meesterkookkunst van Agus Hermawan hebt genoten, die even langskomt om een praatje te maken. Senang. Een soort van Zen.

Die mij kennen zeggen nu onmiddellijk: “Dat merken we dan lang niet altijd aan je, makker!” Nee, dat klopt. Want met een variant op een andere uitdrukking van me, ‘kinderen is een werkwoord’, geldt ook: “Senang is een werkwoord.” Daar moet je wel wat voor doen! Daar moet je aan werken! Werken voor je vel! Senang komt niet vanzelf; om de harmonie te bereiken moet je de dissonanten in je leven oplossen, zodat alle tonale spanning zich oplost in een welklinkend akkoord. En dat is niet altijd makkelijk en vaak lukt het ook niet. Vooral niet in je werkzaam leven.

In deze periode van lockdown is werken en privéleven iets wat ongemerkt vloeiend en vloeibaar in elkaar overgaat. Het gebeurt nu en het gebeurt hier. Vanaf het eerste moment om 06.30 dat de eerste emails binnenkomen, via de conference calls en videovergaderingen tot en met het ’s avonds voor de tv nog even die laatste vragen beantwoorden. Het leidt tot een achttien uur lang beschikbaar en vierentwintig uur lang bereikbaar zijn. Natuurlijk, mijn vrienden in de zorg en in de uitvaartwereld werken de ganse dag met de spanning en emoties van hun roeping en beroep en ze hebben het veel zwaarder; maar zij gaan op een moment naar huis en het werk blijft buiten. Als je werk zelfs op dit moment, op zondagochtend, je huiskamer binnenkomt kan dat gevolgen hebben voor je innerlijke rust, je senang. Die moet je dus beschermen en bewaren. Anders gaat het een keer mis.

Ik moet dan altijd denken aan de mop die mijn vader placht te vertellen:
Als je aan een javaanse jongen vraagt: “Wat wil je later worden?” dan antwoordt hij, met een handbeweging naar de Merapi : “Een vulkaan. Ik wil later graag een vulkaan worden.” Een vulkaan??? “Ja, want dan lig ik languit in het landschap, en ik rook, en de mensen zeggen: ‘Kijk. Hij werkt.'”

Hier zit een hoop verborgen wijsheid in en een waarschuwing. Geboren op Java heb ik, zoals vele Indo’s, ook de liever-lui-dan-moe neiging tot indolentie. En de inspanningen die conflicten en disharmonie met zich brengen ga ik ook liever uit de weg. ‘Het zachtste volk der aarde’, schreef Multatuli. Maar die vulkaan. Als die een keer uitbarst dan is het een natuurverschijnsel dat ontembaar is, dat alles in zijn pad verschroeit en verwoest en nergens rekening mee houdt. Dan wordt de getergde Javaan mataglap. Dan slaat en schopt het jongetje op het schoolplein dat als enige geen blonde haren en blauwe ogen heeft en daarmee gepest wordt om zich heen tot de bende hogereklassers terugwijkt en de bovenmeester hem uit voorzorg maar van het schoolplein haalt. En die bovenmeester komt verhaal halen bij mama. Maar die zegt gewoon: “Dat mag hij van mij. Als ze hem daarmee pesten dan mag hij erop slaan. Als hij maar eerst tot tien telt.” Je ziet het ook terug in de Bersiap. Maar daarover een andere keer.

Maar dat is dus het belang van werken aan de senang. Ervoor zorgen dat de vulkaan vredig slaapt. En dat de met vulcanische as bedekte bodem een vruchtbare grond kan worden, tot nut van de gemeenschap. Voor jezelf de innerlijke vrede als een state of mind cultiveren. Het is een way of life.

Lockdown log 1

Dit is Biru

2 mei 2020. Dit is Biru

Vijftigste dag van de COVID-19 Lockdown. Ik heb besloten om maar eens een blogje te beginnen met allerlei kleine, leuke of vervelende gebeurtenisjes van het lockdown tijdperk.

Vandaag is het redelijk zonnig, alleen een wat frisse wind. Het lockdown in combinatie met online winkels is niet goed voor je banksaldo. Maar het is wel leuk om post te ontvangen. Zo heb ik bij de ANWB al twee campingstoelen met tafeltje gekocht voor op het balkon. Genieten. Ik realiseer me dat ik, hoewel ik hier al zes jaar woon, eigenlijk nooit op het balkon heb gezeten. Nu wel. Ochtendzon, heerlijk.

Vandaag is kleine Biru de held van het verhaal. Biru is een verschrikkelijk aanhankelijk beestje. Hij komt wanneer ik ‘savonds ga slapen even knuffelen en rolt zich dan op tegen me aan. En ’s ochtends ligt ie daar nog (of weer…). Dat is altijd een heel senang wakker worden. Het ochtendritueel begint meestal als Tiba me eraan komt herinneren dat ze wil eten. Of Biru vraagt daar met luide stem om. Katten etensbakje klaarmaken in de keuken. “Biru, ga Tiba halen!” En Biru trippelt de keuken uit en komt even later met z’n maatje terug. Die krijgt namelijk het eerste, en best gevulde bakje. Daarna kan ik zelf douchen, tandenpoetsen, aankleden en ontbijten.

Tijdens mijn ontbijt was Biru aan het spelen met zijn speelgoedmuis, rennen en springen en rollen op de kleine groene leren bank die nog van Mama is geweest. En ja, krasjes. Dus Biru is aan de beurt voor een afspraak met de nagelschaar. Dat is bij hem nooit een probleem. Steekt braaf een voorpootje uit en dan de andere. De linkerpoot is makkelijk, alleen de duimnagel kom je wat moeilijker bij. En bij de duimnagel van de rechterpoot heeft ie er genoeg van en begint te gillen en krijsen en te doen of ie bijt. Hij bijt nooit, dus ik schrik daar niet van. Als de voorpootjes zijn geweest nog snel even de achterpootjes, zoete poes, hier heb je een kattesnoepje. Alle leed weer vergeten. Nu alleen nog even de bank fatsoeneren met ledercreme. Ruikt lekker naar bijenwas.

Straks de harp maar weer pakken om het Wilhelmus te oefenen. Als ik harpspeel ben ik opeens m’n vrindjes kwijt……weet niet of dat komt door de kwaliteit van het spel of door de expletieven die ik gebruik als het helemaal niet lukt. Vanavond weer een ZOOM meeting.

One comment on “Lockdown Logs
  1. Koenraad Kooi schreef:

    Werner, dat je goed kon schrijven wist ik al. Maar je bent ook een uitstekend verteller. Ik heb met veel plezier je logs gelezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*